Puppyklas.
Van 8 weken tot ± 4/5 maanden.
De puppyklas is voor een beginnende geleider de belangrijkste klas van elke hondenclub. In deze klas ligt het accent vooral op opvoeding van de pup en het creëren van een sterke band tussen geleider en hond. We spelen veel en doen vooral korte aandachtsoefeningen.
Andere belangrijke oefeningen zijn het “komen op bevel” en het “leren volgen zonder trekken aan de lijn”.
- Leren spelen
- Aandachtsoefening
- Leren komen op bevel
- Begin van aangelijnd volgen
- Houdingen (zitten, liggen)
- Verzorgingshandelingen (tandjes tonen, oortjes, pootjes laten bekijken/betasten =voorstelling)
- Beginprincipe van apporteren
- Algemene socialisatie en gewenningsoefeningen
Gevorderde puppyklas.
Vanaf ± 4/5 maanden, of oudere honden die voor de eerste keer naar school komen; voor een duur van ± 3 maanden
De oefeningen uit de puppyklas worden verder geoefend en er komen enkele nieuwe oefeningen bij. Maar hier ook ligt de nadruk nog steeds op opvoeding en gewenning.
- Algemene socialisatie en spelen met de baas
- Aandachtsoefening
- Aangelijnd volgen
- Houdingen (zitten, liggen, rechtstaan), aan de voet zitten
- Voorstellen van de hond en verzorgingshandelingen (betasten, tandjes, oren,…)
- Down of ter plaatse blijven liggen
- Apporteren
Groep 1 (A-klas)
In deze klas begint het echte leerproces; Hier wordt meer aandacht gegeven aan de manier waarop de oefeningen worden uitgevoerd.
De oefeningen worden ook steeds aangelijnd geoefend en op een speelse manier aangeleerd.
- Verdere algemene socialisatie (t.o. andere honden, mensen, geluiden, voorwerpen/toestellen…)
- Aangelijnd volgen met veel tempo en richtingsverandering (slalom, linkse en rechtse cirkel…)
- Komen op bevel terwijl de geleider achteruit loopt
- Houdingen (zitten, liggen, rechtstaan)
- De voetoefening
- Voorstellen van de hond (laten betasten, tanden laten zien) & verzorgingshandelingen
- Blijf oefening = Down op korte afstand
- Apporteren
- Terug plaats
Groep 2 (B-klas)
In de B-klas worden de oefeningen uit de A-klas verder getraind, waarbij er meer aandacht besteed wordt aan afwerking. Soms wordt eens een oefening los geoefend. Bij afstandsoefeningen wordt de tijd verlengd en daarna de afstand.
Verdere algemene socialisatie (t.o. andere honden, mensen, geluiden, voorwerpen/toestellen…)
- Aangelijnd volgen (met veel tempo wissels)
- Volgen in vrijheid (rechte lijn, ± 15 m)
- Houdingen (naast geleider)
- De voetoefening
- Voorstellen van de honde (laten betasten, tanden laten zien), verzorgingshandelingen
- Blijfoefening = Down op grotere afstand en langer
- Apporteren
- Zit voor
- Terug plaats
Groep 3 (of C-klas /KKUSH brevetgroep – gehoorzaamheidsbrevet)
In deze klas bereidt men zich voor op het officiële brevet van Sint-Hubertus.
Op elke proef moet men de helft van de punten halen en in totaal 60/100 punten
- Aangelijnd volgen in slalom (15 punten)
- Volgen in vrijheid (rechte lijn & kruisen van andere hond) (15 punten)
- Terugsturen naar de plaats (15 punten)
- Down (blijfoefening), 2 minuten (10 punten)
- Oproepen van de hond (15 punten)
- Houdingen (10 punten)
- Terugbrengen van een voorwerp (apport) (15 punten)
- Voorstellen van de hond (5 punten)
Noot: Vóór men aan het KKUSH brevet kan deelnemen, dient men eerst te slagen in de Test van Sociaal Gedrag. Meer info via lesgevers of bestuur.
Recreanten Dogfun-klas
Deze klas is voor wie geen belangstelling heeft in wedstrijden. Hier versterken we verder de band geleider/hond aan. Alles mag, kan, op voorwaarde dat het hondvriendelijk is! De gevarieerde oefeningen worden leuk aangebracht en komen uit de dagelijkse praktijk, het gehoorzaamheids- /agilityprogramma, het “Good Citizenship” programma van de Britse Kennel Club, Obedience, Dog dance, speuren, hondencommunicatie, … Onze hond leert omgaan met allerlei situaties en krijgt zo veel levenservaring, wat dan weer zorgt voor een evenwichtige levensgezel die zich weet te gedragen volgens de huidige gangbare normen in onze maatschappij.
Wedstrijdgroepen : Debutanten, GP1 en GP2
Debutanten
In deze klas trainen de honden die geslaagd zijn voor het brevet. De oefeningen van het ehoorzaamheidsprogramma worden in alle mogelijke omstandigheden geoefend zodat hond en geleider zo goed mogelijk zijn voorbereid op het spelen van wedstrijden. Oefeningen gebeuren eventueel rond toestellen. (Totaal 100 punten; om over te kunnen naar GP1 moet men minimaal 10 x 85/100 hebben gespeeld. Als men 10 x 90/100 behaalt, is men verplicht over te gaan naar GP1.)
- Aangelijnd volgen met een maximum van 3x van richting veranderen, dit met verschillende tempo’s (15 punten)
- Volgen in vrijheid (15 punten)
- Terugsturen naar de plaats (15 punten)
- Down (2 minuten blijven liggen, afstand max. 30m) (10 punten)
- Terugroepen met onderbreking (20 punten)
- Houdingen – max 3m. afstand (10 punten)
- Terugbrengen van een voorwerp (apport, rechte lijn) (15 punten)
Programma 1
In deze klas worden de Debutanten-oefeningen moeilijker, men gebruikt toestellen in de oefeningen (te nemen hindernissen). (Totaal 100 punten; om over te kunnen naar GP2 moet men minimaal 10 x 90/100 hebben gespeeld. Als men 10 x 95/100 behaalt, is men verplicht over te gaan naar GP2.)
- Aangelijnd volgen met richting verandering en eventueel verschillende tempo’s en toestellen (15 punten)
- Volgen in vrijheid met richting verandering en eventueel verschillende tempo’s en toestellen (15 punten)
- Terugsturen naar de plaats (15 punten)
- Down (2 minuten blijven liggen) (10 punten)
- Terugroepen met onderbreking (20 punten)
- Houdingen (10 punten)
- Terugbrengen van een voorwerp (15 punten)
Programma 2
Hier komt slechts één nieuwe oefening, namelijk “terugbrengen van een verloren voorwerp”. Wat de overige oefeningen betreft, is de basis gelijk aan de oefeningen in het Debutantenprogramma en GP1, hetzij dat hierbij de moeilijkheidsgraad sterk is verhoogd. Zo kan bij de volgen in vrijheid allerlei toevoegingen worden ingebracht zoals bv. verschillende houdingen waarna de hond wordt opgehaald of opgeroepen, direct of indirect, “aan de voet” of in “kom voor” enz… (Totaal 150 punten)
- Volgen in vrijheid (40 punten)
- Blijfoefening (staand, zittend of liggend) (20 punten)
- Terugsturen naar de plaats (20 punten)
- Opzoeken van een verloren voorwerp (20 punten)
- Houdingen (15 punten)
- Terugbrengen van een voorwerp (apport) (15 punten)
- Een oefening uit Programma 1 (20 punten)